Woede over de stijgende levensduurte wordt volksbeweging die regimeverandering eist
Wordt Soedanese intifada de ondergang van al-Bashir?
Meer dan een maand van aanhoudende protesten tegen zijn regime hebben de positie van Soedanees president Omar Hassan al-Bashir fel verzwakt. Voorlopig blijft hij aan de macht bij gratie van het leger. Een blik op de recente geschiedenis van het land leert ons dat het tij snel kan keren.
Betoging aan de Universiteit van West-Darfoer
Foto: United Nations
Meer dan een maand van aanhoudende protesten tegen zijn regime hebben de positie van Soedanees president Omar Hassan al-Bashir fel verzwakt. Voorlopig blijft hij aan de macht bij gratie van het leger. Een blik op de recente geschiedenis van het land leert ons dat het tij snel kan keren.
‘Soedan is rijk, maar toch heeft de bevolking honger. We hebben olie, maar toch staan er gigantische wachtrijen aan de pomp. We hebben 66 universiteiten maar de studenten vinden geen werk’, vertelt Mohammed Suliman. Acht jaar geleden vluchtte hij naar België toen hij samen met 63 collega’s werd opgepakt. ‘Persvrijheid is onbestaande onder al-Bashir. Maar het volk is vooral de armoede en de vele conflicten beu.’
Toen op 19 december de graansubsidies werden geschrapt, en de prijs van brood van één Soedanese pond naar drie steeg, sloeg de vlam in de pan. Studenten en arbeiders die plots hun ontbijt niet meer konden betalen, marcheerden naar het centrum van de stad Atbara. Onderweg zwol de woedende menigte aan en viel het lokale partijhoofdkwartier aan van de NCP (National Congress Party, de partij van president al-Bashir), waardoor dat uiteindelijk afbrandde.
Mohammed Suliman ontvluchtte Soedan vanwege het gebrek aan (pers)vrijheid
Mohammed Suliman
Wat begon als een spontane volksopstand veranderde al snel in een georganiseerde verzetsbeweging. Een breed gedragen coalitie van oppositiegroepen (zie verder) verenigde zich met middenveldspelers om een programma van protesten en verzet tegen de islamistisch-militaire regering te steunen. De opstand verspreidde zich naar 13 van de 18 Soedanese staten en naar 22 steden, waaronder de hoofdstad Khartoem. De roep om lagere voedselprijzen veranderde in een schreeuw om de afzetting van de president, wiens dertigjarige beleid gekenmerkt wordt door corruptie, incompetentie en wreedheid.
‘De positie van president al-Bashir is onhoudbaar geworden’
‘De positie van president al-Bashir is onhoudbaar geworden’, vindt Eric Reeves. ‘Alles wijst erop dat deze volksopstand niet zal stoppen tot hij aftreedt.’ Reeves onderzocht de Soedanese politiek voltijds de afgelopen twintig jaar en schreef er meerdere boeken over. Hij werd door het Internationaal Strafhof in Den Haag geraadpleegd over de Soedanese preside nt.
Shoot to kill
Het Soedanese veiligheidsapparaat sloeg nochtans hard terug. Amnesty International meldde dat meer dan 37 burgers waren gedood na de eerste week van protesten; sommige demonstranten werden vanop hoge gebouwen in het hoofd geschoten door scherpschutters. De oppositiegroepen zeggen dat sindsdien tientallen betogers neergemaaid werden door veiligheidstroepen. De meest conservatieve schattingen spreken van 60 dodelijke slachtoffers. De regering houdt vol dat het dodental 19 is.
In een poging de geest terug in de fles te krijgen heeft het regime de noodtoestand afgekondigd in de steden waar het protest het grootst was. Er werd een avondklok ingesteld, verschillende kranten werden het zwijgen opgelegd en sommige internetdiensten werden geblokkeerd. De repressie en restricties lijken voorlopig vooral het omgekeerde effect te hebben. Al bijna vijf weken zijn er bijna dagelijks protesten en steeds meer actoren sluiten zich aan bij de coalitie van oppositiegroepen.
‘Ondanks de sluipschutters en de moorden groeit het zelfvertrouwen bij de bevolking’
‘Ondanks de sluipschutters en de moorden groeit het zelfvertrouwen bij de bevolking’, vertelt Reeves. Volgens hem zien de betogers de bloedige repressie als een signaal dat de regering wanhopig wordt. De Soedan-expert analyseert dagelijks beelden vanop sociale media: ‘Er zijn disproportioneel veel schotwonden aan het hoofd bij jonge mannen.’ Dat suggereert volgens hem dat de regeringstroepen orders gekregen hebben om te schieten om te doden.
#موكب_25_ديسمبر العنف ضد المتظاهرين اين هو المجتمع الدولي لحمايه المواطنين العزل … هل يمكن دعم نظام وحشي مثل هذا النظام؟ pic.twitter.com/z3ttRUA9Ps
— Saragalilo (@Sarajalilo) 25 december 2018
Jongemannen worden zo vaak met schotwonden aan het hoofd aangetroffen dat Soedan-expert Erix Reeves vermoedt dat de orders zijn om te schieten om te doden
Broodmand van Afrika
President al-Bashir, die volgens Reeves ‘geen al te slimme man is’, staat symbool voor de economische en politieke teloorgang van zijn land. Begin jaren 2000 was er het bloedig conflict tussen niet-Arabische separatisten en het centrale gezag in Khartoem. Daarbij vielen 300.000 doden en 2,5 miljoen mensen sloegen op de vlucht. Al-Bashir wordt gezocht door Het Internationaal Strafhof in Den Haag omdat hij verantwoordelijk zou zijn voor de genocide en nog tal van wreedheden tijdens dat conflict.
Soedan-expert Eric Reeves
Eric Reeves
In 2011 overzag hij het verlies van Zuid-Soedan, dat zich toen middels een referendum afscheidde na decennia van bloedige strijd tussen de islamistisch-militaire regering in Khartoem en het niet-islamitisch zwart-Afrikaanse zuiden. Daardoor verloor Soedan driekwart van zijn olie-inkomsten.
Maar de economische schade daarvan werd aangezwengeld door massale corruptie en wanbeleid. Al-Bashir is al dertig jaar aan de macht doordat hij een nationaal systeem van cliëntelisme installeerde waarbij de grondstoffen van het land gebruikt worden om mensen af te betalen. De laatste jaren zouden er nochtans extra inkomsten moeten zijn: In 2017 hieven de Verenigde Staten een groot deel van hun economische sancties tegen Soedan op. Er is een vredesakkoord met Zuid-Soedan dat extra olie-inkomsten zou moeten genereren. En het regime werd flink betaald door bondgenoot Saoedi-Arabië voor de 14.000 jonge Soedanezen die vechten voor de Saoedisch geleide coalitie in Jemen. Al die bijkomende winsten verdwijnen echter in de zakken van de heersende elite, het volk ziet er geen cent van. De enige manier voor al-Bashir om aan de macht te blijven is dat patronaat te blijven gebruiken.
‘De regering ging ervan uit dat ze eeuwig op haar petrodollars ging kunnen teren’, zegt Reeves. ‘Terwijl er zich al twaalf jaar lang een gigantische oliebubbel vormde.’
Het meest sprekende voorbeeld van het wanbeleid van de NCP-regering is de achteruitgang van de landbouw. Soedan heeft de natuurlijke capaciteiten om een belangrijke landbouwexporteur te zijn, met enorme vruchtbare landmassa’s en aanzienlijke watervoorraden. Er werd echter nooit geïnvesteerd in de sector waardoor er de afgelopen jaren regelmatige voedseltekorten waren. Vandaag moet de “potentiële broodmand van Afrika” meer dan 1 miljard dollar per jaar aan graan importeren.
‘De regering ging ervan uit dat ze eeuwig op haar petrodollars ging kunnen teren’
In plaats van te investeren in de veelbelovende landbouwsector gaat volgens onafhankelijke financiële analisten jaarlijks zo’n twee derde van de overheidsuitgaven naar “veiligheid en soevereiniteit”, lees: het leger, de inlichtingendiensten het presidentschap. Volgens cijfers die de regering zelf uitgeeft gaat dat slechts om 24 procent.
Volgens Eric Reeves ligt de economie zodanig op haar gat dat een heropleving zeer moeilijk, zo niet onmogelijk zal zijn: ‘Er is geen buitenlandse valuta om te investeren en er is geen infrastructuur.’ Volgens hem wordt dat de grootste uitdaging voor een eventuele opvolger van de president.
Tweede intifada
Een analyse van vorige protesten en opstanden kan een licht werpen op de mogelijke uitkomst van de huidige situatie. Soedan heeft in haar moderne geschiedenis al twee maal autoritaire regimes afgezet door volksprotesten: Zowel tijdens de Oktoberrevolutie van 1964 en de Aprilse Intifida (Arabisch voor opstand) van 1985 werden de toenmalige militaire dictators ten val gebracht. Vandaag gaat vooral de vergelijking op met de Intifada van ’85 gaat aangezien die ook uitbrak na jaren van economische onrust en werd aangevuurd door een stijging in de prijs van basisgoederen, namelijk benzine. Spontane volksprotesten gingen over in een brede beweging die het regime van Jafa’ar Nimeiri dwong af te treden.
Toen kwam het leger tussenbeide om de dictator af te zetten en de overgang naar verkiezingen te ondersteunen. De Soedanese krijgsmacht was toen, veel meer dan nu, een homogeen blok dat een zekere onafhankelijkheid genoot tegenover het toenmalige regime. De legertop kon autonoom de beslissing nemen om het volk te steunen. Toen al-Bashir — vier jaar na de Intifada van 1985 — van een machtsvacuüm gebruik maakte om een staatsgreep te plegen, wou hij niet hetzelfde lot ondergaan als zijn voorganger. Hij onderwierp het leger aan een grote zuiveringsoperatie die eigenlijk nooit is gestopt. Vandaag is het gefragmenteerd en leunt het dicht bij het NCP-regime aan.
‘Binnenkort heeft de regering geen geld meer om soldij uit te betalen en dan zal je de steun van de legertop snel zien afbrokkelen.’
Mohammed Suliman denkt niet dat het leger achter de president zal blijven staan. ‘Tegelijk met de stakingen zijn de Soedanezen over het hele land aan het staken, waardoor de productie al een maand zo goed als volledig plat ligt’, legt de gevluchte journalist uit. ‘Binnenkort heeft de regering geen geld meer om soldij uit te betalen en dan zal je de steun van de legertop snel zien afbrokkelen.’
Ook Eric Reeves vindt dat de meest waarschijnlijke uitkomst. Volgens hem heerst er ontevredenheid onder de lagere officieren over de wreedheden die het regime beging in Darfoer. Er zijn ook signalen dat er dissidentie kan optreden bij de inlichtingendiensten en zelfs bij de presidentiële stoottroepen the Rapid Support Forces. De vraag is volgens Reeves vooral wat er zal gebeuren als het leger besluit de president af te zetten. Zal het toelaten dat er een breed gedragen coalitieregering de macht overneemt, of wordt het louter een paleisrevolte waarbij elementen van het regime de lakens blijven uitdelen met enkel de schijn van verandering?
Breed gedragen coalitie
De huidige demonstraties zijn de grootste ooit tegen het bewind van al-Bashir. In 2013 was er een gelijkaardige opstand uitgebroken waarbij om de omverwerping van het regime werd geroepen. Toen werden volgens Amnesty International minstens 185 betogers meedogenloos neergeschoten door de regeringstroepen.
De schaal, de duur en de vastberadenheid lijken groter dan bij vorige revoltes. Maar de grootste troef voor daadwerkelijke verandering die deze verzetsbeweging in handen heeft, is het feit dat er in alle lagen van de maatschappij een nooit geziene consensus lijkt te zijn dat het regime moet verdwijnen. De belangrijkste politieke partijen in Soedan, behalve uiteraard regeringspartij NCP, hebben zich gegroepeerd en hebben duidelijk gemaakt dat de enige oplossing voor de crisis het aftreden van al-Bashir is, en de overdracht van zijn macht aan het volk. De oppositiegroepen hebben grote inspanningen geleverd om een brede coalitie te creëren voor al diegenen die verandering willen;
Zo zijn verschillende prominenten van de islamistische factie, waartoe de NPC behoort, overgestapt naar de oppositiecoalitie, waaronder Ghazi Salah al Din; een vroegere hechte bondgenoot van de president.
Sudan Call is een belangrijke oppositiegroep waaronder zowel Arabische als niet-Arabische stammen en partijen verenigd zijn. Die stonden vroeger nochtans lijnrecht tegenover elkaar tijdens het conflict in Darfoer.
De Sudanese Professional Association is nog zo’n belangrijke speler binnen de alliantie. De net opgerichte ondernemingsorganisatie is een ideologisch neutrale paraplu waaronder allerlei studentenorganisaties en vakbonden zich verzamelen.
Al deze groepen hebben samen een ‘Verklaring van Vrijheid en Verandering’ getekend waarin ze zich scharen achter gezamenlijke eisen en een stappenplan formuleren voor een vreedzame overgang: ‘de onvoorwaardelijke terugtrekking van president Omar Al Bashir en zijn regime en de vorming van een nationale overgangsregering. Goed gekwalificeerde leiders goedgekeurd door alle facties van de Soedanese bevolking moeten het land regeren voor de periode van vier jaar, gevolgd door algemene verkiezingen.’
Dat toont aan dat een regering van nationale eenheid op zijn minst de ambitie is. De oppositiecoalitie heeft zeer goed begrepen dat autoritaire regimes worden neergehaald door democratisch opstand en niet door gewelddadig verzet. Ondanks de zware repressie blijven de protesten grotendeels vreedzaam. Het leger en de internationale gemeenschap, die tot nu toe oorverdovend stil is gebleven, kunnen niet blijven toekijken hoe al-Bashir zijn volk uitmoordt. De enige optie die hij heeft lijkt een “gracieuze exit” proberen te onderhandelen. Een toegeving die de oppositie dan zal moeten doen is hem garanties geven dat hij niet wordt uitgeleverd aan het Internationaal Strafhof.
‘De revolutie in Soedan zal slagen wanneer woede de angste overwint. Volgens mij is dat punt bereikt.’
‘Mensen vragen mij al jaren wanneer de revolutie in Soedan zal slagen’, vertelt Eric Reeves. ‘Ik antwoord altijd hetzelfde: Wanneer woede de angst overwint. Als de Soedanezen op straat blijven komen ondanks de orders om te schieten om te doden, dan is volgens mij dat punt bereikt.’
Her risico op een zeer bloedige uitkomst blijft echter ook bestaan. De onverzettelijkheid van het regime kan leiden tot een burgeroorlog tussen de verschillende partijen, gezien de vele etnische en ideologische conflicten die het land de afgelopen decennia meemaakte. Als het leger én de veiligheidstroepen achter al-Bashir blijven staan, zal de gezochte oorlogsmisdadiger zoveel bloed vergieten als nodig is om aan de macht te blijven.
‘De Soedanezen zijn militaire dictators kotsbeu’, besluit Suliman. ‘Eenheid maakt macht, zeggen ze. Ik heb in Soedan zelden zo’n eenheid gezien.’