Imkerij kan de economie er weer mee bovenop helpen, ooit
Jemen: zo bitter de oorlog, zo zoet de honing
‘Als we de bestemming niet halen voor de ochtend, door oponthoud aan checkpoints, sterven onze bijen.’ Imker zijn in een land waar al zes jaar oorlog woedt, is geen sinecure. Toch kent Jemen op dit moment 100.000 bijenhouders. Hun blik is gericht op het moment dat de wapens, ooit, zullen zwijgen.
© Sam Tarling / Sana’a Center
Na zes jaar oorlog en hongersnood blijft er slecht nieuws komen uit Jemen. De Jemenieten verlangen naar het moment dat de wapens eindelijk zullen zwijgen. Dan zullen ook de imkers van de duurste — en naar verluidt beste — honing ter wereld de economie weer mee vlot kunnen trekken.
Het is november 2020 en het is druk op de markt van Ataq, de provinciehoofdstad van Shabwa, in het zuiden van Jemen. Tegen het decor van de fraaie, taps toelopende lemen huizen waar Jemen een patent op heeft, verdringen klanten elkaar in de straat. Corona lijkt hier niet te bestaan. Langs de kant zitten en staan kooplui met enkel honing. Platte blikken met honingraat, literflessen vol gouden honing, zware jerrycans met lichtgele honing.
Ali Salem Mohammed (45) — groen camouflagejasje, getaand gezicht onder een blauw hoofddeksel — laat klanten graag proeven. De vingertop van de journalist moet in een hergebruikte waterfles die tot het randje gevuld is met lichtgekleurde honing. ‘Dit is honing van de sidr-boom. Als je deze regelmatig gebruikt, genees je van alles,’ licht Mohammed toe. ‘Alles. Dus ook corona!,’ lachen omstaanders.
De oorlog om Jemen is nu, eind maart 2021, alweer zes jaar aan de gang. Maar mochten de wapens ooit zwijgen, dan gaat Jemen een bloeiende toekomst tegemoet. Ontwikkelingsorganisaties, die in 2015 in allerijl geëvacueerd werden, leveren al zes jaar hoopgevende rapporten over de potenties van het nieuwe Jemen. Dat heeft sectoren als olie- en gaswinning, rijke visgronden, de teelt van unieke special coffees en eindeloze mogelijkheden voor toerisme, en daarnaast krijgt ook de bijenteelt steevast een rol toebedeeld.
Twee jaar oogst van imker Mohammed: een pick-up vol jerrycans, elk zeven kilogram zwaar.
100.000 imkers
Ontwikkelingsorganisatie UNDP telde onlangs 100.000 imkers in Jemen. En hun aantal groeit, tegen alle oorlog en verdrukking in. Imker Ali Salem Mohammed bezit tachtig korven. Elke korf levert tussen augustus en december gemiddeld een kilogram sidr-honing op. Mohammed wijst op de laadbak van zijn pick-up: vol jerrycans, elk zeven kilogram zwaar. ‘Daar staat twee jaar oogst. Een jerrycan sidr-honing kost 180.000 riyal’, of ongeveer 225 euro.
Een boom vol legendes, inkomsten en medicijnen
Ziziphus spina-christi is de Latijnse naam van de sidr-boom, afgeleid van het oud-Arabische zizouf. Een sidr groeit van een ondoordringbare prikkelstruik langzaam uit tot imposante boom, die veel horizonten van droge hoogvlaktes domineert en na de zomerregens uitbundig bloeit.
Sidrs komen onder verschillende namen voor in het gehele Midden-Oosten, Zuid-Azië en grote delen van Afrika. Het misschien wel oudste exemplaar staat 2000 kilometer noordelijker, onderaan de Dode Zee. Er werd lang gefluisterd dat dit het exemplaar is waarvan Jezus’ doornenkroon gesnoeid zou zijn, vandaar de benaming spina-christi. Maar dat bleek een vergissing. De boom figureert wel in verzen van de Thora, Bijbel én Koran.
De duurste kilogram sidr-honing bracht ooit (in Abu Dhabi) 500 dollar op. Maar ook in Europa betaal je al snel 25 euro voor een potje van 250 gram.
Sidr-bomen in Jemen, de bijen en de sidr-honing: goud voor de economie van Jemen.
© Sam Tarling / Sana’a Center
In veel landen wordt sidr-honing gebruikt als voedsel én als medicijn. Chemici bevestigen de gezondheidsclaims van producenten, die op hun websites verhalen publiceren van klanten die dankzij de sidr geen last meer hebben van chronische artritis en andere chronische infectieziektes. Met name de hoge concentratie mineralen maakt de honing volgens onderzoekers sterk antibacterieel, volgens een studie naar Iraanse sidr-honing.
Sidr helpt verder het immuunsysteem en helpt zelfs bepaalde kankers bestrijden, zo stelt een recente studie naar Saoedische en Pakistaanse sidr-honing. De bladeren van de boom worden al sinds mensenheugenis verpulverd tot antibacterieel medicijn of shampoo voor mensen met ayurvedische levenswijze. De wortels worden gemalen tegen hoofdpijn.
Het fruit van de sidr, in de vorm van kleine appeltjes, is bijzonder smaakvol. Hier en daar wordt er een bedwelmende drank van gemaakt. En zelfs van de as van verbrande delen van de boom worden nog geneesmiddelen gemaakt.
India en Iran produceren grotere volumes sidr-honing, maar de Jemenitische geldt als de meest zuivere. Want de beste sidrs groeien in Zuid-Arabië, zeggen de imkers van Jemen.
Door oorlogsgebied
Jemenitische imkers reizen met een laadbak vol korven jaarrond de bloesem achterna. In Jemen — geen zandbak, maar een verrassend bergachtig, groen land met de nodige microklimaten — levert dat soms grote verplaatsingen op.
Naar de zuidoostelijke provincies, voor lucratieve sidr-honing in de herfst. In het voorjaar naar Tihama, langs de kust van de Rode Zee, helemaal aan de andere kant van het land, voor salamhoning (40 euro per kilo). Of naar de westelijke hooglanden, voor sawrab- en dhuba-honing. In alle provincies bloeien na incidentele regens de acacia’s, voor de relatief goedkope sumer-honing (15 euro per kilo).
Als de sidr-boom bloeit, komen ook de bijen van Salem Yusef (45) langs voor de nectar. Yusef verkoopt zijn waar vanop een muurtje in een rustiger zijstraatje van de markt in Ataq. Juli is een belangrijke maand voor hem. Dan schraapt de imker al zijn korven leeg. ‘Daarna komt de bloei van de sidr, en dan wil je dat de honing zo puur mogelijk is. Mijn korven gaan in augustus naar de Wadi Jardaan, naar een plek waar alleen sidr-bomen staan. Ook al zijn de bomen er dungezaaid, ze hebben wel de beste eigenschappen.’
Imker Ali Salem Mohammed vertrekt tegen december naar het zuiden van provincie Shabwa: ‘Langs de kust gaat het daar bloeien. Als er regen is geweest gaan we nog verder naar het oosten, anders blijven we hier. Of we trekken naar Shuqra, in de aangrenzende provincie Abyan.’
Veel verder durft hij niet te gaan. ‘We zijn nog nooit lastiggevallen, maar in oorlogsgebied nemen ze je soms voor soldaten en word je toch beschoten.’ Ook Salem Yusef gaat niet meer te ver van huis. ‘Ik vertrouw die Houthi’s niet. Ook dichterbij, rond Azzan in onze eigen provincie Shabwa, kom ik niet. Daar zit mij teveel al-Qaeda.’
Imker Adel Saleh Sabr bij een bijenkort net buiten Ataq, Jemen. ‘s Zomers reist hij met de korven naar de westelijke hooglanden, diep in het gebied van de Houthi-rebellen.
© Sam Tarling / Sana’a Center
Overal welkom
In de heuvels buiten Ataq staan de zeventig korven van imkers Adel Saleh Sabr (28) en Sayyid al-Awlaqi (40). Met grote keukenmessen snijden ze raten uit de korven. Tussen werkloze vingers een smeulende rol jute, om de bijen met rook te bedwelmen.
Samen reizen Sabr en al-Awlaqi overal heen. ‘s Zomers ook naar de westelijke hooglanden rond Ibb, Dhamar en Sana’a, diep in Houthi-gebied, zo vertelt Sabr. Hij is ongetrouwd. ‘Er is niemand die me mist. Ik slaap gewoon naast de weg, bij de auto.’ Metgezel al-Awlaqi mist zijn vrouw en vijf kinderen dan wel. ‘Ik ga elke maand even naar huis. Het is in elk geval beter dan werken in Saoedi-Arabië.’
De oorlog maakt de imkerij wel lastig, zegt al-Awlaqi, terwijl hij met blote hand een hoornaar uit de lucht slaat. Zo moest hij in 2015 het leger van de Houthi’s helpen verjagen, toen die uit de noordelijke hooglanden afdaalden om Shabwa in te lijven. ‘Daardoor kon ik niet voor mijn bijen zorgen. Er zijn er toen veel gestorven.’
Imker Sayyid al-Awlaqi: ‘De oorlog maakt de imkerij lastig.’ In 2015 moest hij helpen vechten, waardoor hij niet voor zijn bijen kon zorgen. Velen stierven.
© Sam Tarling / Sana’a Center
Een onderzoek naar de legers en milities in Jemen leverde onlangs de schrikbarende score op van 33 verschillende machtscentra, verspreid over het land. Allen met hun eigen territoria en checkpoints. Ze laten de imkers doorgaans soepel door, maar bezorgen hen toch vertraging.
‘We zijn overal welkom, want we zorgen voor de honing. Ze zijn ook wel een beetje bang voor de bijen, dus uiteindelijk mogen we altijd door. Maar het punt is: we reizen ‘s nachts, wanneer de bijen slapen. Als we door oponthoud de bestemming niet halen voor de ochtend, sterven onze bijen.’
De solidariteit onder imkers is groot. Via WhatsApp-groepen houden ze elkaar op de hoogte. Salem Yusef: ‘Ik zit in twee groepen, met elk ruim 200 leden. We berichten elkaar over regens, over wegopbrekingen, nieuwe checkpoints, nieuwe oorlogsfronten.’
Dure brandstof, pesticiden en te weinig bomen
‘Soms is er geen diesel of is de prijs ervan zo hoog dat we ons niet kunnen verplaatsen.’
Volgens het UNDP-rapport is de bijeenteelt een van de meest waardevolle en veelbelovende economische sectoren van Jemen, maar zijn er nog wel voetangels. Zo spelen gebrek aan investeringsruimte en de in Jemen chronisch onbetrouwbare brandstofvoorziening de imkerij parten.
Dat bevestigt ook Ali Salem Mohammed. ‘Door de oorlog hebben we weinig geld voor nieuwe spullen. Soms is er geen diesel of is de prijs ervan zo hoog dat we ons niet kunnen verplaatsen.’
Een ander probleem vormt het toenemend gebruik van pesticiden in de landbouw, die een nefaste invloed hebben op de bijen. Het dwingt imkers om steeds dieper onbewoonde gebieden in te trekken.
Door het chronische gebrek aan kookgas kappen de Jemenieten ook meer kostbare bomen, ten koste van de imkers. Want: geen bomen, geen bloesems, geen honing. Volgens de UNDP moet op korte termijn een miljoen bomen — met name sidr en acacia — worden bijgeplant om de bijenteelt van een toekomst te verzekeren. Imker al-Awlaqi zou dat graag zien. ‘Ik heb geen enkel probleem met belastingen betalen. Met dat geld kunnen ze bomen planten, waar onze bijen op kunnen vliegen.’
Het meest acute probleem is het gebrek aan kwaliteitscontrole en certificering, waarvoor in Jemen geen systeem bestaat. Sommige malafide imkers, of imkers die door oorlog en honger in het nauw gedreven zijn, mengen hun honing met geïmporteerde honing uit Kasjmir. Of zelfs met suiker, wat funest is voor de reputatie van de unieke Jemenitische honing.
‘Kwaliteit en zuiverhuid bepalen imkers zelf,’ zegt Ali Fareg Khamis (26), die in Ataq in een honingwinkel werkt. ‘Met tandenstokertjes proeven ze raat voor raat, om de precieze herkomst en zuiverheidsgraad van die bepaalde oogst honing te bepalen. Ze kunnen zelfs ruiken hoeveel sidr en hoeveel sumer er in een raat zit.’
Niet alle imkers kunnen dat Er is een flink aantal nieuwkomers dat van toeten noch blazen weet. Maar de vraag naar honing is groot, en erg veel ander werk is er niet, behalve in dienst treden in een van de vele legers. Alternatieve inkomstenbronnen zijn opgedroogd.
Daarom is ook Saleh al-Homsi (25) vorig jaar begonnen als imker. ‘Ik had een taxibusje, maar in die business valt niet genoeg te verdienen. Vrienden van me zijn ook imker, zij zeiden: daar kan je goed geld mee verdienen.’
‘Ik ben in augustus begonnen als imker. Nu alleen rond mijn eigen dorp, om te beginnen. Maar ik moet nog veel leren. Ik heb bijvoorbeeld geen idee hoe ver mijn bijen vliegen. Ik heb ongeveer 600 euro geïnvesteerd, in korven en bijenvolken en andere spullen.’
‘In totaal heb ik nu vijftien volken, dit is mijn eerste sidr-oogst’, zegt al-Homsi. Eerlijk gezegd het valt een beetje tegen, want dit jaar heeft het weinig geregend en dan zijn er ook weinig bloemen aan de boom. Gelukkig heb ik nog altijd mijn taxibus. Voor als het blijft tegenvallen.’
Embedded naar Jemen
Jemen is al jaren moeilijk toegankelijk voor westerse journalisten. Journalist Anthon Keuchenius was voor deze reportage in de provincie Shabwa op uitnodiging van de provinciegouverneur, samen met een tiental journalisten uit Europa en de Verenigde Staten. Ze werden geselecteerd door denktank Sana’a Center.
De gouverneur beveiligde de groep journalisten: dat hinder de vrije nieuwsgaring wel, maar verhinderde die niet. Op de dagelijkse excursies, in gepantserde Landcruisers en met boordschutters aan kop en staart, waren gesprekken mogelijk. Bovendien haalde organisator Sana’a Center voor de journalisten gesprekspartners van diverse maatschappelijke en politieke richtingen naar een neutraal gebouw in provinciehoofdstad Ataq.